Brandveiligheid

Als gebouwbeheerder of eigenaar ben je verantwoordelijk voor de brandveiligheid van een gebouw. De inzet van de juiste middelen is noodzakelijk, om iedereen zo snel mogelijk in veiligheid te brengen en de schade te beperken, zodat de bedrijfsvoering weer snel opgepakt kan worden.  Middelen die ingezet kunnen worden om de brandveiligheid van gebouwen te verbeteren zijn brandmeldinstallaties en ontruimingsalarmsinstallaties, draagbare blusmiddelen, noodverlichting, brandwerende deuren en brandscheidingen.

 

Brandmeldinstallaties en ontruimingsalarminstallaties

Er zijn verschillende manieren om je gebouw te beveiligen tegen brand. Een brandmeldinstallatie is een belangrijke basis. Het meldt snel waar in een gebouw brand is en stuurt andere brandbeveiligingsinstallaties aan. Denk hierbij aan ontruimingsalarmsystemen, liften of blusinstallaties. Hoe sneller de brand bekend is, hoe meer tijd er is om iedereen in veiligheid te brengen en de schade te beperken.

Onderhoud aan uw brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie is onmisbaar voor het optimaal functioneren ervan. Niet alleen om loze meldingen en storingen te voorkomen. Ook om de veiligheid in het gebouw te waarborgen. Bovendien is het verplicht om beide installaties periodiek te laten inspecteren en onderhouden.

De eisen rond brandmeld- en ontruimingsinstallaties zijn zeer uitgebreid en kan per gebouw verschillen. Het Bouwbesluit 2012 geeft aan in welke situaties een brandmeld- en/of ontruimingsalarminstallatie, een doormelding en een geldig inspectiecertificaat vereist is.

Volgens het Bouwbesluit is de geldigheidsduur van een inspectiecertificaat maximaal 3 jaar. Indien er op grond van Bouwbesluit 2012 een doormelding naar de Regionale AlarmCentrale van de brandweer vereist is, is de geldigheidsduur van een inspectiecertificaat maximaal 1 jaar. Dit geldt voor gebouwen waar mensen zich bevinden die niet zelfredzaam zijn, zoals zorginstellingen.

Brandblusmiddelen

Van de ondernemers blust 90% een brand zelf of krijgt  de brand onder controle met behulp van draagbare blusmiddelen of brandslanghaspels. Brandblusmiddelen, van brandslanghaspels tot blusdekens, zijn daarom essentieel. Maar in geval van brand moet een branddeken of ander brandblusmiddel wel bereikbaar zijn. Ook preventief onderhoud aan blusmiddelen is van groot belang. Tijdens het onderhoud worden diverse zaken nagelopen en zo nodig gerepareerd of vervangen. In het Bouwbesluit staat dat je verplicht bent onderhoud uit te laten voeren.

Losse en draagbare brandblusmiddelen dienen een keer per twee jaar onderhouden te worden. Brandslanghaspels moeten aan een prestatie-eis voldoen. Het wordt aangeraden deze installaties jaarlijks te laten controleren. Tevens dienen de slangen elke vijf jaar getest te worden op de maximale werkdruk van 10-12 bar. Drogeblusleidingen moeten minimaal een keer in de vijf jaar worden gecontroleerd, hiervoor geldt ook een prestatie-eis en is hiervoor periodiek onderhoud noodzakelijk.

Noodverlichting

Vluchtrouteaanduiding en -verlichting zijn ervoor om mensen veilig en snel een gebouw te laten verlaten wanneer netspanning uitvalt, ongeacht de oorzaak. Jaarlijkse keuring van uw noodverlichting  valt onder de zorgplicht van het Bouwbesluit. Door jaarlijks een controle en het onderhoud te laten uitvoeren door een vakbekwaam persoon en de resultaten te rapporteren kan men aantonen aan deze zorgplicht te voldoen. Noodverlichting moet tenslotte vele jaren en op het juiste moment betrouwbaar zijn werk doen.

Brandwerend afgedichte sparingen

Rook- en brandscheidingen zijn belangrijk om verspreiding van brand en giftige gassen te voorkomen. Door compartimentering wordt een brand beter beheersbaar en krijgen mensen zo meer tijd en mogelijkheden om te vluchten uit een gebouw. De ontwikkeling van een brand wordt vertraagd doordat deze minder snel kan overslaan naar andere ruimtes.

In ieder pand zijn brand- en rookscheidingen aangebracht. Om leidingen, kanalen en kabels door het pand te leggen, worden er in wanden sparingen gemaakt. Maar bij sparingen groter dan 25 mm wordt de functie van de brand- en rookscheidingen teniet gedaan. Om toch aan de eisen van het Bouwbesluit te voldoen, moeten doorvoeringen brandwerend gedicht worden.

Om te zorgen dat brandscheidingen in een gebouw voldoende brandwerend zijn, zullen maatregelen moeten worden genomen. Door mutaties in een gebouw kunnen brandwerende afdichtingen doorbroken worden. Ook kunnen afdichtingen naar verloop van tijd verouderen en hun brandwerendheid verliezen. Daarom zal er periodiek gecontroleerd moeten worden of de afdichtingen nog in goede staat zijn. De frequentie van een dergelijke controle moet door de eigenaar/gebruiker zelf worden bepaald en hangt af van de mate waarin wordt gemuteerd in een gebouw (nieuwe huurders, verbouwingen, aanpassingen aan installaties). Veel gehanteerde frequenties zijn 3 tot 5 jaarlijks.